Organische gebiedsontwikkeling is een manier van ontwikkelen met een dominante rol voor eindgebruikers en een faciliterende rol voor de overheid. Waar bij integrale gebiedsontwikkeling in één keer een grootschalige ingreep wordt gedaan met sturing vanuit de overheid of een ontwikkelaar, is organische ontwikkeling juist een optelsom van relatief kleinschalige (her)ontwikkelingen met een open-eindeproces zonder blauwdruk. Het is een manier van ontwikkelen die mij persoonlijk erg aanspreekt omdat hiermee gebieden ontstaan die interessant en verassend zijn. Er wordt immers optimaal gebruik gemaakt van de dynamiek in een gebied en het initiërend vermogen van mensen, ondernemers en groepen. Bovendien sluit het uiteindelijke resultaat beter aan bij de marktvraag omdat betrokkenen waardevolle input kunnen leveren. Ik snap ook de tegengeluiden. Want de vraag blijft hoe organische gebiedsontwikkeling in verhouding staat tot de enorme woningbouwopgave die we in Nederland hebben.

 

In deze blog richt ik mij niet op de bewijslast of organische gebiedsontwikkeling al dan niet een goed keuze is. Ik vind het een aanvulling op de traditionele wijze van ontwikkelen maar zie dat er een ander speelveld ontstaat doordat er andere verhoudingen zijn tussen de betrokken actoren. En dat speelveld, daar wil ik het over hebben. Want hoe organiseer je de samenwerkingen die nodig zijn om een dergelijke ontwikkeling succesvol van de grond te krijgen? Ik vraag mij een aantal dingen af…

 

Wordt er voldoende rekening gehouden met de dynamiek binnen een samenwerking?

Om de samenwerking binnen een organische ontwikkeling te analyseren zou je de vergelijking kunnen trekken met andere situaties waarin op eenzelfde manier mensen zelf initiatief mogen nemen en moeten samenwerken om iets voor elkaar te krijgen. Neem een gemiddelde bewonersbijeenkomst of ontwerpsessie met bewoners. Hier zijn altijd een aantal mensen die veel aan het woord zijn. Automatisch worden deze mensen het meest gehoord. Echter hebben de mensen die stil zijn ook vaak goede ideeën, alleen komen deze lang niet altijd boven tafel. Als ik dan kijk naar een organische gebiedsontwikkeling vraag ik mij af welke stakeholders hier het meeste initiatief nemen. Zijn dit de mensen met de grootste mond? Hebben zij de beste ideeën of zijn er wellicht mensen met betere ideeën. Oftewel, wanneer je geen rekening houdt met deze dynamiek, haal je dan eigenlijk wel het maximale uit een organische ontwikkeling?

 

Wordt er genoeg rekening gehouden met toekomstige generaties?

In gebieden waar veel stakeholders zijn, kan organische gebiedsontwikkeling interessant zijn om mentaal eigenaarschap te creëren bij lokale partijen. Bij organische ontwikkeling krijgt de markt een veel prominentere rol. De gemeente trekt zich terug en kan alleen middels een gebiedsvisie kenbaar maken hoe zij de toekomstbestendigheid van het gebied wil borgen. Toch moet je er voor waken dat initiatiefnemers niet enkel hun eigen doelen nastreven, want ook al zijn de intenties goed, puntje bij paaltje zal vaak een keuze worden gemaakt die voor hen nu de meeste winst oplevert. Het is daarom mijn inziens van groot belang dat je al aan de voorkant van een ontwikkeling met een aantal belangrijke spelers deze visie deelt en je hier aan conformeert.

 

Het meeliftersprobleem; wordt er wel echt samengewerkt?

Daarnaast signaleer ik ook het zogenaamde meeliftersprobleem. Dit probleem ontstaat als mensen onafhankelijk van elkaar handelen en daardoor op een slechter resultaat uitkomen dan wanneer zij als groep samen een keuze gemaakt zouden hebben. Mensen stoppen zelf geen tijd en geld in een project, omdat ze hopen dat een ander het doet. Uiteindelijk denkt iedereen er zo over en zal er dus niks gebeuren. Om ervoor te zorgen dat dit probleem zich niet voordoet, moeten mensen zich ervan bewust zijn dat ze samen moeten werken. Ook is het vertrouwen in elkaar van groot belang. Zo blijkt uit onderzoek dat naarmate mensen meer vriendschappen in de wijk of buurt hebben, het vertrouwen in elkaar groter is en de kans dat ze gaan samenwerken groter wordt. De sociale cohesie van de wijk lijkt dus van belang te zijn voor het slagen van organische gebiedsontwikkeling.

 

Advies

Volgens mij zou er door de gemeente meer aandacht moeten worden besteed aan het in kaart brengen van alle stakeholders voordat er besloten wordt om organisch te gaan ontwikkelen. Met in kaart brengen bedoel ik niet alleen de namen kennen, maar juist hun drijfveren. Hoe werken zij samen, wat verwachten zij van samenwerken, welke partijen gaan zeer waarschijnlijk initiatief nemen en in hoeverre gaan zij zich verantwoordelijk voelen om een gebied te creëren die voldoet aan de wensen van de gebruikers nu en in de toekomst? Je vraagt onder anderen aan bewoners om mee te denken over iets waar zij eigenlijk geen verstand van hebben. De gemeente zou zich daarom in haar faciliterende rol moeten opstellen als verbinder van partijen en aan de voorkant van een organische ontwikkeling moeten inventariseren wie er aan tafel zitten, wat zij weten en wat zij kunnen. Alleen dan heb je genoeg informatie om als groep een mooi en houdbaar resultaat te realiseren.

 

Deze zomer organiseren wij een Friends Network Meeting met als thema ‘Organische gebiedsontwikkeling’. Tijdens deze middag wordt kennis gedeeld, vindt intervisie plaats, is ruimte voor fun en breid je jouw netwerk uit. Wil je erbij zijn? Stuur mij dan een e-mail via e.rutgers@rpr.nl, dan neem ik contact met je op.

Erwin Rutgers

Erwin Rutgers

consultant - gebiedsontwikkeling