Gebiedsontwikkeling in Nederland moet steeds meer bezien worden vanuit een mondiale blik. Vanuit een strategische samenwerking, door het verbinden van verschillende partijen en het laten landen van Europese en landelijke regelgeving. Iedereen is tenslotte wel bekend met de discussies over de reductie van CO2 uitstoot, het omvormen van de agrarische sector en de energietransitie. Maar hoe vertaal je dit alles naar een lokale gebiedsontwikkeling? 

Het is al lang niet meer het “weiland” langs de rand van het dorp dat door een lokale ontwikkelaar in samenwerking met de bekende wethouder omgetoverd wordt tot een uitleglocatie. Een recente uitspraak van de Hoge Raad over de verkoop van onroerende zaken door de overheid benadrukt dit issue ook nog eens. Gebiedsontwikkeling vergt steeds meer afstemming waarbij ook nog eens rekening gehouden moet worden met landelijke beleidsregels en duurzaamheidsambities.

Maar hoe ga je al deze aspecten in de processturing van dergelijke gebiedsontwikkelingen nu borgen in de plannen als diezelfde beleidsregels vanuit de (hogere) overheden en vanuit Brussel lang niet altijd al bedacht en naar de praktijk vertaald zijn? Dat is best lastig.
Vraagstukken zoals: hoe maak ik een ontwikkeling bestendig tegen het veranderende klimaat, hoe zorgen we voor meer waterberging, en welke afstemming met de hoogheemraadschappen is hiervoor nodig? Maar ook vraagstukken op het gebied van duurzaamheid, want hoe zorg ik voor voldoende ruimte voor duurzame energie? Is er ruimte voor zonnepanelen of windturbines? En waar dan binnen mijn ontwikkellocatie? Of is er op onderdelen misschien landelijk sturing nodig; moet er soms niet breder gekeken worden dan binnen de gemeentegrenzen om ambities te realiseren? En hoe kan jij daar dan invloed op hebben?
Alles wat je implementeert in de gewenste ontwikkeling heeft effect op ruimtebeslag, heeft beperkingen door zoneringscirkels RO-technisch, en ook zeker consequenties op laadvermogen van een plan, leefbaarheid en financiële haalbaarheid.

Wij zijn van mening dat je in deze processen een neutrale aanjager nodig hebt die richting kan geven aan deze vraagstukken, waarbij je het als een gegeven ziet dat de betrokken instanties functioneren zoals ze functioneren. Als je snapt waarom de ander functioneert zoals hij/zij functioneert dan ga je met dat gegeven beweging creëren. Dus verdiep je in de ander en probeer deze niet te veranderen. Een systemische benadering door een neutrale aanjager kan door het in zijn/haar waarde laten van elke speler, sneller verbinding en daardoor beweging creëren.

Wees er bewust van dat een overheid een heel breed belang dient en dat dat qua organisatievorm dus ook een bepaalde zorgvuldigheid en daarmee traagheid in besluitvormingsprocessen met zich meebrengt. Ook inzicht in het democratische spel wat er politiek “gespeeld” wordt geeft handvatten om daar begrip voor te hebben en dit dan dus ook te kunnen “managen”. 

Aan de andere kant is bewustwording van de drijfveren van de ontwikkelaars die de gebiedsontwikkelingen daadwerkelijk moeten realiseren ook onontbeerlijk. Zij lopen het financiële risico en moeten met alle aanvullende wensen in een ontwikkeling er ook maar weer financieel “uit” zien te komen. Het organisatiemodel binnen de ontwikkelaars is op het aansturen van deze risico’s ingericht. Heel anders dan die van de overheid. 

Hoe kan je een ontwikkeling vlottrekken waarin de vraagstukken van deze tijd verwerkt zijn zonder dat de businesscase onhaalbaar wordt? Welke innoverende constructies zijn hiervoor nodig? En hoe past dat weer in het strakkere regime van de overheid met onder andere haar BBV-regels?

Gebiedsontwikkelingen vlottrekken in deze tijd vergt dus een andere insteek en organisatie van de partijen die soortgelijke processen aanjagen en aansturen. Samen, gegeven de structuur van elke betrokken organisatie, vanuit een systeem denkend, de versnelling bereiken kan alleen als je als aanjager de skills hebt om vanuit een menselijke helicopterview te sturen. Denkend vanuit eenieder zijn of haar drijfveren en het krachtenveld overziend van het systeem van waaruit ze acteren. Bij RPR gebruiken we de Innerforce® stakeholdermanagement methode methode hiervoor (www.leoleeuw.nl). 

Strategisch samenwerken in de duurzaamheidsopgaven in gebiedsontwikkelingen stelt andere eisen aan onze aanjagers. Strategisch sturen met inzicht in elkaars drijfveren. Een hoger abstractieniveau en boven de materie kunnen staan om de noodzakelijke verbinding te maken. 

Tijd voor de onafhankelijke ontwikkelingsstrateeg!

Raoul Rijntjes

Raoul Rijntjes

Directeur

06-41 189 098